Stotteren bij jonge kinderen

Stotteren begint meestal ergens tussen het tweede en zesde jaar. Er zijn kinderen die ‘over het stotteren heen groeien’ maar de kans hierop wordt kleiner naarmate kinderen ouder worden.
Een kind dat stottert heeft vermoedelijk, in aanleg, een zwakke schakel in de timing en organisatie van deze complexe spreekbewegingen. Wanneer een kind deze ‘aanleg’ heeft, kan het stotteren door bepaalde factoren worden uitgelokt. Bekende voorbeelden hiervan zijn

  • heftige emoties
  • een snelle of juist trage taalontwikkeling
  • reacties vanuit de nabije omgeving
  • spreekdruk
  • hoge eigen stellen vanuit de omgeving of vanuit het kind zelf
  • articulatietherapie (veelvuldig oefenen van klanken)

Let op! Dit zijn geen oorzaken van stotteren.

Een kind dat stottert, herhaalt of verlengt klanken of delen van woorden of kan hierop vastzitten of blokkeren. Dit worden kernstotters genoemd.
Als reactie op deze kernstotters, ontwikkelen kinderen secundaire gedragingen; alles wat een kind doet als reactie op het stotteren.

Enkele voorbeelden van secundaire gedragingen:

  • meer kracht zetten
  • een extra beweging of geluid maken
  • een ander woord noemen
  • steeds opnieuw beginnen
  • helemaal niet meer spreken (ernstige vorm van stotteren die niet altijd opvalt)

De innerlijke en uiterlijke spanningen lopen vaak op en deze kunnen op hun beurt het stotteren weer in stand houden. Helaas kan dit alles al op jonge leeftijd plaatsvinden. Ieder kind dat gaat stotteren ontwikkelt een andere mix van (kern- en secundaire) stottergedragingen.

De Screenings Lijst Stotteren (SLS) kan worden ingevuld, om een indicatie te geven of therapie wenselijk is. Bij twijfel of vragen kunt u altijd contact met ons opnemen.

Download Screeninglijst Stotteren